06-03-2006 @ 22:21
De enorme populariteit van internet bij jongeren van 15-34 jaar heeft vooralsnog geen dalende belangstelling voor de oude media radio en televisie tot gevolg, zo blijkt uit een jongerenonderzoek dat KLO (kijk- en luisteronderzoek) heeft laten uitvoeren door onderzoeksbureau De Vos en Jansen. Elk medium heeft een eigen specifieke rol. De berichten dat jongeren sinds de opkomst van internet steeds minder belangstelling zouden hebben voor radio en televisie blijken niet te kloppen.
In het onderzoek, dat eind 2005 plaatsvond, is een representatieve groep van 520 jongeren van 15-34 jaar gevraagd naar hun waardering voor verschillende media en de functie die elk medium vervult.
Internet blijkt het best gewaardeerde contentdragende medium (rapportcijfer 7,8), gevolgd door radio (7,0) en televisie (7,0).
Kranten (6,7), tijdschriften (6,5) en teletekst (5,9) zijn minder populair bij jongeren.
Uit het onderzoek blijkt verder dat vrijwel alle communicatiemiddelen positief worden gewaardeerd door jongeren: contact is belangrijk. Het gewone face-to-face gesprek (8,6) wordt het meest gewaardeerd, gevolgd door e-mailen (8,1) en telefoneren (8,1). Dit ontkracht de stelling dat e-mailen uit is bij jongeren. De populariteit van MSN (7,1) blijkt zich vooral te beperken tot de schoolpleinjeugd. De computer is het meest gewaardeerde digitale apparaat (8,7), gevolgd door het mobieltje (8,1). Er is weinig verschil in de beoordeling van media en communicatiemiddelen tussen autochtone en allochtone jongeren.
Radio is voor jongeren een (muzikaal) achtergrondmedium met een bescheiden rol op het gebied van nieuws, informatie en ontspanning, maar met een hoofdrol als boodschapper van nieuwe muziek. 80% van de jongeren is genteresseerd in radio. Dankzij de achtergrondfunctie is radio zeer geschikt voor multitasking.
De positie van radio bij jongeren lijkt enigszins onder druk te staan door de technologische ontwikkelingen en de opkomst van nieuwe media: 30% van de jongeren is het geheel (10%) of gedeeltelijk (20%) eens met de stelling dat traditionele radio minder interessant wordt door internet en MP3-speler. In de luistercijfers zijn tot dusver geen tekenen van teruglopende belangstelling: radiobereik en luistertijd zijn tussen 1998 en 2005 zeer stabiel gebleven, ondanks de doorbraak van internet in deze periode.
bron: www.radio.nl