28-04-2009 @ 10:56
Frozen Roses is het derde album van Ljiljana Butller dat wordt uitgebracht op Snail Records. Een aantal van de meest beroemde Balkan, Oost-Europese en zigeuner liedjes werden helemaal op maat gemaakt voor de overweldigende, diepe, donkere stem van Ljiljana. In 2002 verscheen haar eerste in het Westen geproduceerde album, The Mother of Gypsy Soul, twee jaar later gevolgd door The Legends of Life, en nu Frozen Roses. In al deze jaren is haar muzikale ontwikkeling doorgegaan. De invloed van de jazz neemt toe, de sfeer van de blues wordt herkenbaarder, de directheid neemt toe en culmineert in het – voorlopige – hoogtepunt Frozen Roses. Een harmonieuze combinatie van haar roots, de Balkanfolk, met de ritmische elementen van de jazz en de afwezigheid van alle opsmuk. Deze ontwikkeling is indringender, met meer eenvoud en de mix van de Balkanstijl met jazzelementen is duidelijk waarneembaar op dit nieuwe album.
Het is een lange weg die ze af moest leggen, het kleine meisje van twaalf dat in Bijeljina, het kleine stadje in het Noord-Oosten van Bosnië, elke avond in het café onder tafel vol bewondering naar het podium keek waar haar moeder zong. Elke noot, elk woord, elke stembuiging bewaarde ze in haar geheugen en in haar hart. Het repertoire kende uiteindelijk geen enkel geheim meer voor haar. En plotseling stond ze daar zelf, haar moeder was ziek geworden, maar de “show must go on”, geld was onmisbaar, en dus nam zij, de twaalfjarige Ljiljana, haar plaats in. De aanvankelijke scepsis van de muzikanten verdween bij het horen van haar toen al fenomenale stem. Deze stem had meer, beseften ze. Zij had de gave luisteraar het gevoel te geven geraakt te worden door een absolute echtheid, waarin echo’s uit het diepste van het bestaan weerklonken. Vanaf dat moment hield ze niet meer op met zingen, tot in de jaren ‘80.
Iedere avond trokken in de Skadarlija (buurt in Belgrado) de bands en de orkesten door de straten van de ene kafana naar de andere, waar elke muzieksoort gespeeld werd, van liefdeslied tot tophit, van evergreen tot schlager. Van de artiesten werd verwacht dat zij elk genre beheersten, maar overheersend bleef de kafanastijl, wortelend in de traditionele volksmuziek en soms verwordend tot een aansprekend, maar karakterloos mengsel van gemakkelijke, oppervlakkige populaire hits uit het Westen met de sound en de beat van de traditionele muziek van Balkan. De Skadarlija was bezaaid met klanken, overal schetterden de trompetten, dweepten de violen, klaagden de accordeons en beukte de Balkanbeat. Alle zichzelf en de eigen portemonnee respecterende coryfeeën, zoals Toma Zdravković, Vida Pavlović, Aca Trandafilović, Bora Spuić Kvaka, Zvonko Bogdan, Predrag Gojković Cune... frequenteerden de podia van de wijk die kolkte van de in nieuwe vrijheid hervonden levenslust.
En natuurlijk zong daar Ljiljana. In de kafana’s waar zij optrad bleef geen plaats onbezet, men kwam speciaal voor haar. Avond aan avond, nacht na nacht, juichten, lachten en huilden de overvolle kafana’s met haar. De Skadarlija lag aan haar voeten. Zij had iets speciaals dat mensen niet bewust signaleerden, maar wel direct aanvoelden. Allereerst was er de mysterieuze diepte van haar stem, reikend tot in de schemergebieden van het bestaan en daarnaast was er een andere, onbekende invloed merkbaar die de barokke, stereotype en oppervlakkig-virtueuze elementen van de Balkanfolk, terugdrong, ontmantelde: de invloed van de jazz, de blues. De aanzet tot een nieuwe, ongekende sound, een mix van folk en blues. Dit was geen herhaling van de traditionele klanken, akkoorden en ritmes die slechts tot leven kwamen door het gevoel van herkenning. Dit was nieuw. Dit raakte de ziel. Het was niet alleen haar fascinerende stem, het was ook de nieuwe vorm die zij schiep, de nieuwe sound die zij liet ontstaan. De weg naar de kern van de Balkanmuziek was kronkelig geworden, was in de loop van de tijd overwoekerd door verstarde vormen en gedachteloze tradities. Ljiljana had, totaal onverwacht, een pad gevonden dat linea recta leidde naar deze kern: het tragische levensgevoel. In Amerika was Billie Holiday in de vorige eeuw nieuwe muzikale wegen ingeslagen – het directe, onopgesmukte, speelde ook daarbij een grote rol - en had de muziek van de negers een nieuwe dimensie gegeven. Ray Charles mixte Gospel met R&B en creëerde een nieuw genre. Wat zij hebben gedaan voor de Amerikaanse muziek, deed Ljiljana voor de muziek van de Balkan. En dat werd gevoeld. Niet door iedereen. De nieuwe rage van de zielloze turbofolk met zijn afstompende stampende discoritmen won terrein. Maar de boheme, de muzikaal begaafden, de voorhoede die openstond voor het nieuwe, zij begrepen, zij voelden, zij vereerden haar. Zo bereikten Ljiljana en haar muziek de cultstatus.
Toen, de jaren 80 vorderden, zweeg zij. Was verdwenen. Spoorloos. Ergens in Europa. Tot in 2002 vanuit het niets haar eerste in het Westen geproduceerde album The Mother of Gypsy Soul verscheen.
LIVE (met Mostar Sevdah Reunion)
Vrijdag 15 mei: Schouwburg Almere, Almere (20.30 uur)
Maandag 18 mei: Koningstheater, Den Bosch (20.15 uur)
Woensdag 20 mei: Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven (20.15 uur)
Ljiljana Buttler – zang / Nermin Alukic - zang (Mostar Sevdah Reunion) en gitaar / Miso Petrovic - lead-gitaar / Sandi Durakovic - rhythm-gitaar / Marko Jakovljevic – bas / Suad Pasic - saxofoon en klarinet / Jovan Dordevic – piano / Senad Trnovac - drums
Ljiljana Buttler – Frozen Roses
Snail Records / Coast to Coast