23-09-2003 @ 20:37
Dossier hitparade (5): alternatieve acts dringen moeilijk door in charts
Dat alternatieve maar niettemin populaire acts als White Stripes en The Strokes nauwelijks terug te vinden zijn in de hitparades heeft verschillende oorzaken. Alternatieve muziekliefhebbers zijn namelijk geen singlekopers. Maar ook de airplay, bepalend voor een notering in de hitparade, zou anders gewogen kunnen worden.
Dit is het vijfde deel in een serie over de stand van zaken in Hitparadeland. Hoewel White Stripes en The Strokes behoorlijk populair zijn, weten ze maar moeizaam door te dringen tot de hitparades. Alternatieve muziekliefhebbers zijn namelijk niet zo verzot op singles. Maar ook in de albumlijsten zijn Radiohead, Mano Chao en andere acts maar minimaal terug te vinden. Dit hangt ermee samen dat de alternatieve muziekliefhebber zijn muziek meestal bij de kleine gespecialiseerde winkels koopt en die zijn niet allemaal aangesloten op het registratiesysteem van Mega Charts, zodat hun verkoopcijfers niet meetellen voor samenstelling van de hitparade. Michel Admiraal, Mega-Charts manager: “Buiten de Plato-zaken zijn niet veel andere alternatieve winkels bij ons aangesloten. “Vaak ook omdat ze niet over een geautomatiseerd registratiesysteem beschikken.”
“Daar schort het vooral bij de kleine, in dance gespecialiseerde winkels nogal eens aan”, weet accountmanager alternative van EMI, Anton Speijers. Vaak is het een bewuste keuze van de ‘cutting edge‘-winkels om niet mee te doen. Bedrijfsleider Hans Bayens van de Nijmeegse muziekspeciaalzaak Kroese: “Charts is niet zo ons ding. Mensen die van goede muziek houden, komen toch wel naar ons toe en zijn niet geïnteresseerd in de hitparade.”
“Ik blijf liever onafhankelijk en sluit me niet verplicht aan op hun computersysteem”, aldus Peter Luiten, bedrijfsleider van Tommy in Tilburg. Een bekend verhaal volgens inkoper Alex Koster van het Amsterdamse Concerto: “Veel muziekwinkels vinden het niet prettig dat maatschappijen over hun schouder kunnen meekijken en precies kunnen zien wat zij verkopen. Daarbij komt dat voor veel muziekwinkels zo’n geautomatiseerd computersysteem domweg te duur is.” Concerto verwacht binnenkort wel mee te kunnen doen. “Wij kunnen dan gebruikmaken van hetzelfde systeem als Plato, de muziekketen waar wij nu onder vallen.”
Boudisque in Amsterdam doet al sinds jaar en dag mee volgens bedrijfsleider Hans Bayens. “Ik vind het belangrijk dat de verkopen van alternatieve muziek meetellen voor de hitparade, dat biedt een gezond tegenwicht voor al het commerciële geweld.”
Van Elk, hoofd promoties van EMI, betreurt het dat artiesten als Radiohead, White Stripes en Manu Chao nauwelijks in de hitlijsten voor singles voorkomen. “Terwijl ze wel goed verkopen. Als Robby Williams 50.000 albums verkoopt, zie je dat meteen terug in de hitparade omdat veel mensen het album kopen bij de Free Record Shop. Als de White Stripes hetzelfde aantal heeft gehaald heeft dat veel minder gevolgen voor de hitparade omdat veel liefhebbers het album bij de kleine, gespecialiseerde platenzaak hebben aangeschaft.”
Wilbert Mutsaerts, marketing manager bij Universal Music: “Wij hebben die ervaring met bijvoorbeeld the Jayhawks. Die verkochten heel behoorlijk, maar je ziet het niet terug in de hitparades. Dat is jammer want charts blijven ook in de toekomst een belangrijk promotiemiddel naar pers en publiek toe en ook de buitenlandse moederbedrijven hechten er vaak veel waarde aan.“ En dus is hij groot voorstander van het meetellen van legale dowloads voor een notering in de hitlijsten.
“Misschien zie je dan wel meer alternatieve acts in de hitparade terug.” Anton Speijers van EMI blijft proberen alternatieve zaken over te halen om hun verkoopgegevens door te geven aan Mega Charts. Maar dat is niet genoeg. Hij is ook ontevreden over de wijze waarop de airplay nu wordt gewogen. “Die wordt teveel bepaald door de luisterdichtheid. Je zou minder naar de kwantiteit en meer naar de kwaliteit van de luisteraars moeten kijken. Als Royksopp of Audio Bulleys ’s avonds door de VPRO worden gedraaid levert dat veel minder punten op dan wanneer zij overdag op 3FM zijn te horen.” Speijers vindt dat niet kloppen. Er moet volgens hem minder naar de luistercijfers en meer naar het bereik van de doelgroep gekeken moet worden, zoals dat ook bij het meten van het bereik van reclame gebeurt. Speijers: “De VPRO-radioprogramma’s trekken dan wel minder luisteraars dan overdag maar zij zijn wel de potentiële kopers van onze alternatieve cd’s.”
Ook Corné Bos van Veel Promo, verantwoordelijk voor de promotie van maatschappijen als Sony, Labels en Bang!, heeft kritiek op de wijze waarop de airplay momenteel wordt gewogen. “Bij de Top 40 heeft de airplay op Radio 538, gezien zijn jonge doelgroep, veel gewicht. Als daardoor een single gaat stijgen, wordt die vaak ook weer meer gedraaid door andere radiostations. Daardoor werkt de airplay van Radio 538 indirect door op de playlists van 3FM en andere radiostations. Ik heb daar mijn vraagtekens bij.”
bron: vpro 3voor12