01-07-2010 @ 16:35
De NVPI heeft kennis genomen van de brief van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer waarin hij aangeeft voorbereiding van wetgeving ter hand te nemen die voorziet in een strafrechtelijk verbod op de openbaarmaking of verspreiding van extreem gewelddadige games als er eind 2010 geen vooruitgang is geboekt in naleving van de leeftijdsclassificaties. Met deze brief geeft de minister gehoor aan het verzoek dat de Tweede Kamer deed in november 2007.
NVPI is verrast door de brief. Er zijn immers door de detailhandel afspraken gemaakt met de minister over de verbetering van die naleving. Die afspraken lopen tot en met 2011. Volgens die afspraken zou de naleving dan op 70% tot 75% moeten liggen voor de ‘zware’ categorie 16+ games. Als dat niet zou slagen zou er gekeken worden naar alternatieven. NVPI gaat er daarom vanuit dat de minister vooral wil laten zien dat het hem serieus is dat de detailhandel de leeftijdsclassificaties strikt naleeft.
Zoals in november 2007 door NVPI al aangegeven brengt een verbodsmogelijkheid nodeloos ingewikkelde discussies met zich mee ten aanzien van de relatie tussen geweld in games en feitelijk gedrag, objectieve meetbaarheid van het begrip ‘extreem’, het vrije verkeer van goederen binnen de Europese Economische Ruimte, de vrijheid van meningsuiting en de vraag waarom andere ‘content’ niet onder een verbod zou vallen. NVPI is en blijft van mening dat deze discussies helemaal niet gevoerd hoeven te worden. De branche is zich als geen ander bewust van haar eigen verantwoordelijkheid en heeft daarom een zeer stevig leeftijdsclassificatiesysteem (PEGI) ontwikkeld dat – in combinatie met bestaande wetgeving en media-educatie – meer dan voldoende mogelijkheden biedt om jongeren te beschermen. Een verbod biedt niet méér bescherming dan het huidige systeem. Het leidt er simpelweg toe dat de content uit het directe zicht raakt en in plaats daarvan in een ‘grijs’ en oncontroleerbaar circuit belandt. Alle content is immers wereldwijd beschikbaar en verkrijgbaar.