29-09-2006 @ 10:59
Volgens de Consumentenbond lopen mensen die op een legale manier van muziek en film willen genieten steeds vaker tegen allerlei problemen aan. De NVPI, branchevereniging van de entertainmentindustrie, ontkent niet dat consumenten problemen ervaren maar snapt niet goed waarom de consumentenbond het conflict met de platen- en filmindustrie zoekt.
De belangen van de consument en die industrie zijn namelijk helemaal niet met elkaar in tegenspraak. Het gaat er immers om dat consumenten optimaal bediend worden.
De problemen die sommige consumenten ervaren met de toegepaste technieken om de downloads te beveiligen, hebben niets met die technieken op zich te maken maar met de keuze van technologiebedrijven die ze toepassen om te investeren in internetdiensten en technieken die niet onderling uitwisselbaar zijn. De entertainmentsector is net zon voorstander van die uitwisselbaarheid als de consument. De NVPI is groot voorstander van oplossingsgerichte discussies en samenwerking met alle betrokken partijen om de knelpunten weg te nemen en is bijzonder nieuwsgierig naar de eisen die de consumentenbond presenteert.
In voorbereiding daarop geeft de NVPI alvast antwoord op een aantal vragen dat de Consumentenbond tijdens een persconferentie zal stellen.
Tegen welke problemen kunnen consumenten die van hun legaal gekochte muziek en film willen genieten aanlopen?
Consumenten die een cd kopen, kunnen in een zeer beperkt aantal gevallen te maken krijgen met een cd die beveiligd is tegen het maken van een kopie. Ongeveer vijf procent van de cds die op de markt wordt gebracht is voorzien van een dergelijke beveiliging. Een enkele keer leidt de aanwezigheid van zon beveiliging tot een afspeelprobleem dat doorgaans simpel opgelost kan worden door een upgrade van de hardware. Problemen
kunnen voorgelegd worden via info@cd-logo.nl.
Met betrekking tot downloads gelden er andere knelpunten. Zo kan het aantal kopien van een gekochte download naar een cd of draagbare speler beperkt of helemaal onmogelijk gemaakt worden. Dat staat haaks op het feit dat consumenten gewend zijn om onbeperkt te kunnen kopiren. Hetzelfde geldt voor de wens van consumenten om bestanden naadloos uit te wisselen. Sommige bestanden kunnen alleen worden afgespeeld op draagbare spelers die de software waarmee de internetdienst werkt ondersteunt.
Hoe komt dat precies en gaat dat in de nabije toekomst (nog) erger worden?
De belangrijkste reden is dat consumenten niet gewend zijn aan het begrip licentie of gebruiksovereenkomst als het gaat om gebruik van muziek en film. Veel mensen denken dat zij eigenaar worden van een film of de muziek op een cd, terwijl ze juridisch gezien alleen maar eigenaar zijn van het schijfje. Alle gebruik ervan wordt of geregeld in de auteurswet (met name als het gaat om fysieke dragers) of de gebruikslicentie (als het gaat om downloads).
Het is niet de bedoeling dat de problemen die consumenten momenteel ervaren erger worden. Integendeel. De entertainmentbranche werkt daarom hard aan nieuwe producten en diensten die de consument gemak bieden voor een redelijke prijs. Vandaar dat recentelijk diensten als eMusic, digileen en surf2music van start zijn gegaan en er in de VS wordt gexperimenteerd met gratis diensten als SpiralFrog.
Het meest belangrijke is echter dat de consument te allen tijde krijgt waarvoor hij of zij betaalt. Gelukkig is het zo dat consumenten heel goed zelf in staat zijn om die dienst uit te kiezen die hen het beste bevalt. In dat opzicht verschilt de digitale wereld niet van de fysieke
wereld: er zijn verschillende smaken, verschillende diensten, verschillende producten, verschillende mediaspelers en verschillende consumenten.
Op welke wijze handelt de platen- en filmindustrie in strijd met de wet?
De bedrijven in de platen- en filmindustrie produceren en distribueren muziek en beeldopnamen via fysieke dragers en online. Daarbij wordt gewerkt binnen de kaders van de Europese en Nederlandse wetgeving. Consumenten kopen in winkels en bij internetdiensten. De NVPI is uiterst benieuwd naar de onderbouwing van de claim dat er
sprake zou zijn van oneerlijke of gebrekkige producten en diensten en de uiteenzetting van de consumentenbond over de wijze waarop de industrie in strijd met de wet zou handelen.